Vroege opsporing van prostaatkanker krijgt momenteel veel media-aandacht. In november 2022 werd in een uitzending van omroep MAX meegedeeld dat de Europese Unie bevolkingsonderzoek in de lidstaten aanbeveelt. In Nederland wordt dat vooralsnog niet overwogen door de Gezondheidsraad (die advies geeft aan de Minister van VWS). En daar wordt verschillend over gedacht.
In het Anser prostaatnetwerk gebruiken we alle modernste technieken voor vroegdiagnostiek (inclusief Prostaatwijzer, MRI, en transperineale biopsie), en volgen we de richtlijnen volledig. Ofwel: eerst goede informatie verschaffen aan patiënten/burgers over voor- en nadelen van prostaatkankerscreening, dan het verrichten van een risicoprofiel met de Prostaatwijzer (incl.PSA), en vervolgens bij een verhoogd risico het starten van een diagnostisch traject waarbij beeldvorming (MRI) wordt uitgevoerd op indicatie van een uroloog in een Anser Prostaatcentrum nadat deze de patiënt geëvalueerd heeft in navolging van de richtlijnen. Daarbij blijven we in nauw contact met uw huisarts.
In ons Anser prostaat netwerk vinden wij het belangrijk dat wij daar helder over communiceren naar patiënten. En daarom lichten we hier een aantal zaken toe.
Ten eerste heeft de overheid in het Integraal Zorg Akkoord recent verwezen naar het belang van een preventie agenda en strategie ten aanzien van ziekten en kanker in het bijzonder. Het voorkomen van uitgezaaide prostaatkanker voorkomt veel leed bij patiënten. Dat hebben we bewezen in een door Nederland (Rotterdam) gecoördineerde Europese studie (Randomized study for Screening of Prostate Cancer, de ERSPC, 2009). En voorkomen is ook beter voor de duurzaamheid van ons gezondheidszorg.
Aanvankelijk werd door de Gezondheidsraad negatief geoordeeld over het inzetten van een bevolkingsonderzoek, en was het wettelijk ook niet toegestaan om screening aan te bieden in de huisartsenpraktijk. Reden daarvoor was met name dat men bij een bevolkingsonderzoek 20 mannen met prostaatkanker moet behandelen (met operaties of bestraling of active surveillance) om er voor te zorgen dat er 1 man minder overlijdt aan uitgezaaide kanker. Maar sinds enkele jaren zijn er diverse technische ontwikkelingen geweest die vroeggdetectie accurater maken (door gebruik van nieuwe merkstoffen, beeldvorming zoals MRI, en risicostratificatie) en waarvan het gebruik geadviseerd wordt in (inter)nationale richtlijnen. Daarmee kunnen onnodige diagnoses van prostaatkanker waar je niet aan overlijdt verminderd worden.
Ten tweede heeft de Europese Unie in samenwerking met de European Association of Urology (EAU) een advies uitgebracht over het belang van de harmonisatie van screeningsactiviteiten in lidstaten. Ofwel: in elk land wordt met dezelfde methodiek screening uitgevoerd. De EU adviseert nu dat onderzocht moet worden HOE je met die methodiek een bevolkingsonderzoek op zou kunnen zetten. In elk land is dat weer anders. Een besluit tot bevolkingsonderzoek is dus NIET genomen.
In 2023 komt er een nieuwe richtlijn in Nederland die vroegopsporing versoepelt. Patiënten kunnen met hun huisarts daarover contact opnemen. Hierbij zal in de informatievoorziening over prostaatkankerscreening meer neutraal belicht worden, en kan de behoefte ingevuld worden als de patiënt/burger daarom vraagt . Overigens blijft daarbij de verplichting bestaan de patiënt/burger adequaat in te lichten over de voor- en nadelen van vroegdetectie. Ofschoon deze verschillen subtiel lijken, is hier toch sprake van een versoepelde grondhouding ten opzichte van prostaatkankerscreening. Daarmee blijft de worsteling bestaan van overheden en relevante betrokken partijen om vanuit de juiste communicatieve en ethische overwegingen de ontwikkelingen om te zetten in voor de maatschappij verantwoorde handelwijzen.
Vanuit het Anser prostaatnetwerk is met diverse ziekenhuizen, universiteiten, huisartsen, en patiënt-organisaties vanwege bovenstaande ontwikkeling een aanvraag ingediend bij ZonMw-KWF om de informatie rondom screening te verbeteren, en de methode om te screenen nog verder te vergemakkelijken.